Examples of using "Кобе" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in Kobe.
Kobe is de stad waarin ik ben geboren.
Ik ben rond half drie in Kobe aangekomen.
Ik woonde vroeger in Kobe.
Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.
Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.
Hij heeft drie jaar in Kobe gewoond.
Hij heeft drie jaar in Kobe gewoond.
Mijn broer gaat naar de universiteit van Kobe.
Ik woon sinds vorig jaar in Kobe.
Over uitstapjes gesproken, ben je ooit in Kobe geweest?