Examples of using "полтретьего" in a sentence and their dutch translations:
Het is bijna half drie.
Het is bijna half drie.
Tot half drie!
Ik ben rond half drie in Kobe aangekomen.
- Ik zal terug zijn om 2:30.
- Ik ben terug om half drie.
- Ik ben om half drie terug.
- Tom is deze morgen om twee uur dertig overleden.
- Tom is vanmorgen om half drie overleden.
Tom kwam om half drie thuis.
Tom vroeg mij om hem wakker te maken om 2:30.
Is het goed als ik rond half drie bel?
- Tom kwam rond 2:30 aan.
- Tom kwam rond half drie aan.
- Ik zal terug zijn om 2:30.
- Ik ben terug om half drie.
- Ik ben om half drie terug.
- Kom alsjeblieft om half drie.
- Kom alstublieft om half drie.
Laten we om half drie afspreken.
Tom arriveerde om half drie en Maria een beetje later.
We zullen er om half drie zijn.
We zullen er om half drie zijn.
Ik kwam om 2:30 thuis.
- Tom kwam om half drie thuis aan.
- Tom kwam om half drie thuis.