Examples of using "прибыл" in a sentence and their dutch translations:
De trein is gearriveerd.
Is hij gearriveerd?
Tom is aangekomen.
Hij kwam op tijd aan.
De trein kwam stipt op tijd.
Is hij al aangekomen?
De helikopter komt eraan, ik hoor hem.
De trein kwam stipt op tijd.
De trein kwam aan in Londen.
Onze trein kwam op tijd.
Ik kwam aan om middernacht.
Ik arriveerde te vroeg.
- Tom is er.
- Tom is aangekomen.
- Ik kwam te laat aan.
- Ik arriveerde te laat.
Tom is net aangekomen.
Een detective kwam aan op plaats delict.
De trein kwam op tijd aan in Kyoto.
Hij kwam gisteren uit Tokyo.
Hij is hier zojuist gearriveerd.
De trein is hier net aangekomen.
Het vliegtuig kwam exact om negen uur aan.
Ik ben eergisteren in Narita aangekomen.
De pizzabezorger is nog niet gekomen.
- U heeft geluk. Het vliegtuig is op tijd.
- Ze hebben geluk. Het vliegtuig is op tijd.
Tom is als laatste aangekomen.
Ik ben pas aangekomen in het station.
- Tom kwam vannacht in Boston aan.
- Tom kwam gisterenavond in Boston aan.
Ik ben vanmorgen veilig aangekomen.
Ik ben net aangekomen.
Hij was zojuist gearriveerd.
Ik arriveerde te vroeg.
Ik kwam hier gisteren aan.
Ik kwam hier gisteren aan.
Tom is een dag eerder aangekomen dan we hadden verwacht.
Hij kwam uit Boston.
Ik kwam aan in Londen.
- Ik ben later dan gewoonlijk gearriveerd.
- Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.
De trein kwam op tijd aan, dus we hoefden helemaal niet te wachten.
Ondanks de regen kwam hij op tijd aan.
Ik ben pas aangekomen in het station.
Ik ben rond half drie in Kobe aangekomen.
Zonder moeilijkheden was ik in Italië aangekomen.
Is Tom er nog steeds niet?
Ik ben net aangekomen.
Ik ben er te vroeg aangekomen.
Misschien heeft Tom de trein gemist. Hij is er nog niet.