Translation of "Viajei" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Viajei" in a sentence and their dutch translations:

Viajei sozinho.

- Ik reisde alleen.
- Ik ben alleen op reis geweest.

Nunca viajei no exterior.

- Ik ben nooit in het buitenland geweest.
- Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.

- Viajei dois dias e uma noite.
- Eu viajei dois dias e uma noite.

Ik heb twee dagen en een nacht gereden.

Eu viajei por toda a Holanda.

Ik reisde door heel Nederland.

- Viajei para a Itália no verão passado.
- Eu viajei para a Itália no verão passado.

Ik ben afgelopen zomer naar Italië gereisd.