Translation of "Trocar" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Trocar" in a sentence and their dutch translations:

- Vou trocar minha camisa.
- Vou trocar de camisa.

Ik ga een ander hemd aandoen.

Vamos trocar de lugar.

Laten we van plaats wisselen.

Eu gostaria de trocar dinheiro.

Ik wil graag geld wisselen.

Eu vou trocar de camiseta.

Ik ga een ander hemd aandoen.

Eu preciso trocar de roupa.

Ik moet me omkleden.

Eu tenho que trocar de roupa.

Ik moet me omkleden.

Eu gostaria de trocar de roupa.

Ik zou me graag willen omkleden.

Trocar-me-ei antes de ir ao baile.

Ik verkleed me voor ik naar het bal ga.

Gostaria de trocar esta camisa que eu comprei ontem.

Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.

João gosta de trocar selos com as amigas dele.

John vindt het leuk om postzegels te ruilen met zijn vriend.

Não precisa trocar o óleo a cada três mil milhas.

Het is niet nodig de olie elke 3000 mijl te vervangen.

Vou para o Havaí na semana que vem, então tenho que ir e trocar no banco alguns ienes por dólares.

Ik ga komende week naar Hawaï, dus moet ik bij de bank wat yens wisselen voor dollars.