Examples of using "Camisa" in a sentence and their dutch translations:
Geef me de T-shirt.
Ik heb mijn overhemd gewassen.
Ik ga een ander hemd aandoen.
- Mijn shirt is oranje.
- Mijn hemd is oranje.
- Mijn overhemd is oranje.
Nummer 29, Ferreira, werd gewisseld voor nummer 8, Dimitrios.
Dit hemd kost tien dollar.
Tom heeft geen shirt aan.
- Tom trok zijn shirt uit.
- Tom trok zijn hemd uit.
- Tom trok zijn overhemd uit.
- Ik droog mijn shirt.
- Ik droog mijn hemd.
- Ik droog mijn overhemd.
Hemd uit!
Dit shirt moet gestreken worden.
- Hij heeft een zwart hemd.
- Hij heeft een zwart overhemd.
- Op dat overhemd zit bloed.
- Er zit bloed op dat overhemd.
Ik draag een oranje T-shirt.
Waar heb je die rok gekocht?
Dit hemd kost tien dollar.
- Ik heb een groen shirt.
- Ik heb een groen overhemd.
- Is dat uw overhemd?
- Is dat jouw overhemd?
Je draagt je overhemd binnenstebuiten.
Wiens shirt is dit?
Dit hemd kost tien dollar.
Hij had zijn hemd binnenstebuiten aan.
- Ik heb mijn T-shirt gewassen.
- Ik waste mijn T-shirt.
Dit hemd moet worden gestreken.
Dit T-shirt is te klein voor mij.
Er ontbreekt een knoop aan uw hemd.
- Tom draagt een oranje shirt.
- Tom draagt een oranje overhemd.
Ik heb mijn eigen trui gewassen.
- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet gestreken worden.
- Dit hemd moet worden gestreken.
Mijn hemd is nog niet droog.
- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet worden gestreken.
- Vind je mijn nieuwe shirt leuk?
- Vind je mijn nieuw hemd leuk?
Tom trok zijn T-shirt over zijn hoofd.
Hij had zijn hemd binnenstebuiten aan.
Hij betaalde maar tien dollar voor het hemd.
Ik moet mijn hemd strijken.
Je draagt je overhemd binnenstebuiten.
Tom draagt zelden zijn zwart hemd.
- Tom droeg een oranje shirt.
- Tom droeg een oranje overhemd.
Waar is het overhemd dat ik voor je gekocht heb?
- Wil je dit shirt hebben?
- Wil je dit overhemd hebben?
- Toms shirt was doorweekt van het zweet.
- Toms shirt was drijfnat van het zweet.
- Toms overhemd was doorweekt van het zweet.
Waarom doe je dat? Je maakt mijn shirt nat!
Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.
Tom trok zijn shirt over zijn hoofd.
Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past.
- Toms nieuwe shirt kromp toen hij het waste en nu past het niet meer.
- Tom zijn nieuwe shirt kromp toen hij het waste en nu past het niet meer.
Ik denk dat het tijd is om dit hemd te wassen.