Translation of "Mudar" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Mudar" in a sentence and their dutch translations:

- Tom irá mudar.
- Tom vai mudar.

- Tom zal veranderen.
- Tom zal zich omkleden.
- Tom zal zich veranderen.

Não quero mudar.

Ik wil niet veranderen.

- Temos de mudar nosso plano.
- Temos que mudar nosso plano.

We moeten ons plan veranderen.

Tinha de mudar radicalmente.

Ik moest radicaal veranderen.

Vamos mudar de assunto.

Laten we van onderwerp veranderen!

As pessoas podem mudar?

Kunnen mensen veranderen?

O tempo vai mudar.

Er is ander weer op komst.

Isso tem de mudar.

Dat moet veranderen.

Devemos mudar as regras.

We moeten de regels veranderen.

Você pode mudar isso.

Dat kan je veranderen.

Tentei mudar de assunto.

Ik probeerde van onderwerp te veranderen.

- Eu preciso mudar a minha dieta?
- Preciso mudar a minha dieta?

Moet ik mijn dieet aanpassen?

- Vou me mudar próximo mês.
- Eu vou me mudar próximo mês.

Ik ga volgende maand verhuizen.

Nada vai mudar meu mundo.

- Niets zal mijn wereld veranderen.
- Niets gaat mijn wereld veranderen.

Vou me mudar próximo mês.

Ik verhuis volgende maand.

Isso não vai mudar nada.

- Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Dat verandert niets.

Gostaria de mudar de quarto.

Ik wil graag mijn kamer veranderen.

Eu quero mudar o mundo.

Ik wil de wereld veranderen.

Não tente mudar de assunto.

Probeer niet van onderwerp te veranderen.

Temos de mudar nosso plano.

We moeten ons plan veranderen.

Todos pensam em mudar o mundo, mas ninguém pensa em mudar a si mesmo.

Iedereen denkt erover om de wereld te veranderen, maar niemand denkt erover om zichzelf te veranderen.

- O que fez você mudar de ideia?
- O que te fez mudar de ideia?

Wat heeft u van gedachten doen veranderen?

- O que lhe fez mudar de ideia?
- O que fez ele mudar de ideia?

Wat heeft hem van gedacht doen veranderen?

Felizmente, isso está começando a mudar.

Gelukkig begint dit nu te veranderen.

Finalmente, a maré está a mudar.

Eindelijk keert het tij.

Eu quero mudar a minha vida.

Ik wil mijn leven veranderen.

Eu tenho que mudar de escola.

Ik moet van school wisselen.

Para onde você vai se mudar?

Naar waar zult ge verhuizen?

A gente deve mudar a bandeira?

Moeten we de vlag veranderen?

Tom quer se mudar para Boston.

Tom wil naar Boston verhuizen.

O tempo já começou mesmo a mudar.

Het weer is snel veranderd.

Eu não posso mudar quem eu sou.

Ik kan niet veranderen wie ik ben.

O que lhe fez mudar de ideia?

Wat heeft hem van gedacht doen veranderen?

Ela precisa mudar seu estilo de vida

Zij moet haar levensstijl veranderen.

Uma única palavra pode mudar sua vida.

Een enkel woord kan je leven veranderen.

O Tom está tentando mudar tudo isso.

Tom probeert dat allemaal te veranderen.

Eu gostaria de me mudar para a Austrália.

Ik zou graag naar Australië verhuizen.

Dois meses atrás eu decidi mudar de emprego.

Twee maanden geleden heb ik besloten van werk te veranderen.

Você tem que mudar a ordem das palavras.

- Je moet de volgorde van de woorden veranderen.
- Je moet de woordvolgorde veranderen.

Vamos nos mudar de casa no próximo mês.

We verhuizen volgende maand.

De mudar o clima. De evaporar muita água salgada.

Om 't klimaat te veranderen. Om veel zout water te verdampen.

Sei que nenhuma destas coisas pode mudar o mundo,

Ik weet dat deze dingen de wereld niet kunnen veranderen...

- Isso não vai mudar nada.
- Isso não mudará nada.

- Dat zal niets aan de zaak veranderen.
- Dat zal er niets aan veranderen.
- Dat verandert niets.

Poucos elefantes gostariam de se mudar para a Europa.

Weinig olifanten zouden vrijwillig naar Europa trekken.

Morava em Boston antes de me mudar para Chicago.

Ik woonde in Boston voordat ik naar Chicago verhuisde.

- Não importa o que aconteça, eu não vou mudar de ideia.
- Aconteça o que acontecer, eu não vou mudar de ideia.

- Wat er ook komen mag, ik zal mijn mening niet veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachte veranderen.

E, agora, a ravina força-nos a mudar de rota,

En de canyon dwingt ons van de koers af te wijken.

Mas, mesmo sob a lua cheia, a sorte pode mudar rapidamente.

Maar zelfs onder een volle maan kan je geluk snel keren.

Eu e a minha mulher dedicámo-nos a mudar o mundo

Mijn vrouw en ik hebben ons gewijd aan het veranderen van de wereld...

Não importa o que aconteça, eu não vou mudar de ideia.

Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachte veranderen.

- Vou me mudar próximo mês.
- Me mudo no mês que vem.

Ik verhuis volgende maand.

A minha relação com as pessoas, com os humanos, estava a mudar.

Mijn relatie met mensen veranderde.

A luz e a poluição sonora estão a mudar o ritmo da vida.

Licht- en geluidsvervuiling verandert het levensritme.

- Não importa o que aconteça, eu não vou mudar de ideia.
- Haja o que houver, não mudarei de ideia.
- Aconteça o que acontecer, eu não vou mudar de ideia.

- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedacht veranderen.
- Wat er ook komen mag, ik zal mijn mening niet veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachte veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van mening veranderen.
- Wat er ook gebeurt, ik zal niet van gedachten veranderen.

Percebi que estava a mudar. Estava a ensinar-me a ser sensível ao outro.

Ik was aan het veranderen. Ze leerde me ontvankelijk te worden voor de ander.

Temos de tornar a Patagónia habitável. É possível. Podemos mudar o clima no deserto de Atacama.

We moeten Patagonië bewoonbaar maken. Het is mogelijk. We kunnen het klimaat in de Atacama veranderen.

- Por que nós vamos nos mudar para Boston?
- Por que nós estamos nos mudando para Boston?

Waarom verhuizen we naar Boston?

Câmaras de ponta estão a mudar o nosso entendimento sobre alguns dos seres mais emblemáticos da Terra...

Moderne camera's veranderen onze kennis... ...over een aantal van de meest iconische wezens op aarde...