Translation of "Inimigos" in Dutch

- Nós éramos inimigos.
- Éramos inimigos.

Wij waren vijanden.

- Amem seus inimigos.
- Amai vossos inimigos.

Heb je vijanden lief.

Éramos inimigos.

Wij waren vijanden.

Eles são inimigos.

Zij zijn vijanden.

Nós somos inimigos.

Wij zijn vijanden.

Muitos inimigos atacaram Roma.

Veel vijanden vielen Rome aan.

Ele não tem inimigos.

Hij heeft geen vijanden.

Seu esposo teve muitos inimigos?

Had je man veel vijanden?

Ele tem muitos inimigos na política.

Hij heeft veel vijanden in de politiek.

- Eles são inimigos.
- Elas são inimigas.

Zij zijn vijanden.

A cidade foi bombardeada por aviões inimigos.

De stad werd gebombardeerd door vijandelijke vliegtuigen.

- Ela não tem inimigos.
- Ela não tem inimigas.

Zij heeft geen vijanden.

- Seja amigo dos seus amigos e inimigo de seus inimigos.
- Sê amigo de teus amigos e inimigo de teus inimigos.

Wees vrienden met je vrienden en vijanden met je vijanden.

Os amigos de hoje são os inimigos de amanhã.

Een vriend vandaag is morgen een vijand.

Perdoe seus inimigos mas não esqueça o nome deles.

Vergeef je vijanden, maar vergeet nooit hun namen.

Tribos acreditavam que usar o chifre de rinoceronte afastava os inimigos.

Oude stammen geloofden dat hun hoorns vijanden weghielden.

Perdoa os teus inimigos, mas nunca te esqueças dos seus nomes.

Vergeef je vijanden, maar vergeet nooit hun namen.

Mas seus inimigos, incluindo anglo-saxões e francos, pertenciam a orgulhosas culturas

Maar hun vijanden, waaronder Angelsaksen en Franken, behoorden zelf tot trotse krijgersculturen