Examples of using "Estaremos" in a sentence and their dutch translations:
We zullen er om half drie zijn.
We zijn vandaag thuis.
We zullen er om half drie zijn.
Hier door halen... ...en we kunnen gaan.
We zijn waarschijnlijk een paar dagen weg.
We zullen er om half drie zijn.
Morgen rond deze tijd zijn we in Londen.
We zullen aan hun zijde staan voor alles wat nodig zal zijn.