Examples of using "Esposa" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft een echtgenote.
Zij is mijn vrouw.
Mijn vrouw haat katten.
Mijn vrouw schildert aquarellen.
- Mijn vrouw keek verbaasd.
- Mijn vrouw leek verrast te zijn.
Maria is mijn vrouw.
- Ik ben de vrouw van Tom.
- Ik ben Toms vrouw.
Hoe gaat het met uw echtgenote?
Tom bedriegt zijn vrouw.
- Jouw vrouw leert me Italiaans.
- Uw vrouw leert me Italiaans.
Ik heb medelijden met jouw toekomstige echtgenote.
U heeft geen echtgenote, toch?
Ik heb een smartphone voor mijn vrouw gekocht.
Is je vrouw thuis?
Mijn echtgenote kwam niet met me mee.
Mijn vrouw kan slecht autorijden.
Hoe gaat het met mijn vrouw?
Mijn vrouw is arts.
Mijn vrouw is Italiaans.
Waar is mijn vrouw?
Zij is mijn vrouw.
Zijn vrouw leert me Italiaans.
Ik heb een vrouw en een kind.
Ik hou van mijn vrouw.
Ik heb een jonge vrouw.
Je bent al mijn vrouw!
- Esther is Mary haar vrouw.
- Esther is Mary’s vrouw.
Mijn vrouw is Pools.
Ik hou van mijn vrouw.
- Hij wilde dat zijn vrouw hem 's morgens vroeg zou wakker maken.
- Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.
Doe de groeten aan je vrouw voor mij!
Maria is Toms vrouw.
Staat u mij toe u mijn echtgenote voor te stellen.
- Laat mij toe u mijn echtgenote voor te stellen.
- Staat u mij toe u mijn echtgenote voor te stellen.
Je vrouw is boos op je.
Zou je mijn vrouw willen zijn?
Mary's vrouw is dokter.
Waar heeft u uw echtgenote leren kennen?
Hij zegt dat hij altijd trouw is gebleven aan zijn vrouw.
- Hij had schrik voor zijn vrouw.
- Hij was bang voor zijn vrouw.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
Hoe heet je vrouw?
Ik zoek een tas voor mijn vrouw.
Zij is een vriendin van mijn vrouw.
Tom werd naast zijn vrouw begraven.
Mijn echtgenote en ik willen dat doen.
Hij zei dat en vertrok met zijn vrouw.
Hij zei dat en vertrok met zijn vrouw.
Ik heb mijn vrouw verloren in een verkeersongeval.
Nefertari was de eerste vrouw van Ramses II.
Kristy Anderson is de echtgenote van Larry Ewing.
Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien.
Mijn vrouw is een vegetariër.
De vrouw van Thomas verwacht een tweeling.
Uw echtgenote kookt beter dan de mijne.
Ze is niet mijn zus, zij is mijn vrouw.
- Ik ben jouw vrouw niet.
- Ik ben niet jouw vrouw.
- Ik ben niet jouw echtgenote.
- Ik ben jouw echtgenote niet.
Maria is Toms vrouw.
Hoe zou jij je voelen als je vrouw je zou verlaten?
Mijn vrouw is een vegetariër.
Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.
Waarom bedankt ge uw vrouw niet een beetje?
Zijn vrouw is mijn leerkracht Italiaans.
Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.
Mijn vrouw haat katten.
Mijn vrouw is arts.
Extremisten ontvoerden de vrouw van de president.
Tom vroeg zich af waarom zijn vrouw hem verliet.
Na aankomst op het vliegveld belde hij direct zijn echtgenote.
Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.
Ik maak mij zorgen over de droge hoest van mijn vrouw.
Kleedt je vrouw zich graag op een uitdagende manier?
Ik heb mijn ex-vrouw niet gezien sinds onze scheiding.
Ze is niet zijn vrouw. Ze is zijn dochter.
Tom is erg eenzaam sinds zijn echtgenote gestorven is.
Wat is de meisjesnaam van je vrouw?
De man had zijn vrouw al drie dagen niet gesproken.
Zijn vrouw is onze lerares Italiaans.