Examples of using "Escutando" in a sentence and their dutch translations:
Blijf luisteren.
We zijn aan het luisteren.
Ik luister naar de radio.
Luisterde iedereen?
Ze luisterden naar de radio.
Hoor je iets?
- Ze luisteren.
- Ze zijn aan het luisteren.
Ik luisterde.
Luistert er niemand?
Ik luister naar de radio.
Ze luistert naar hem.
Ze luisterde naar hem.
Ik luister naar muziek.
Luister je?
Ik luister naar muziek.
Ik luister naar muziek op mijn kamer.
Luisterde iedereen?
- Ik viel in slaap, terwijl ik muziek beluisterde.
- Ik viel in slaap met muziek.
Luisterde er iemand?
Hij luisterde naar muziek op zijn kamer.
Ge hoort altijd, maar ge luistert niet.
Luistert gij eigenlijk wel naar mij?
Luister je?
- Tom is aan het afluisteren.
- Tom luistert af.
- Niemand luisterde naar de toespraak.
- Niemand luisterde naar de speech.
Ik luister.
Luister je?
Waarom luisterde jij niet naar me?
Het is de eerste keer dat ik die muziek beluister.