Examples of using "Continue" in a sentence and their dutch translations:
Blijf gaan.
Ga verder!
Blijf bewegen.
Ga zo door!
Blijf glimlachen.
Blijf luisteren.
Blijf proberen.
- Ga zo door.
- Doe zo voort.
Lees verder.
Blijf praten.
Blijf zingen.
Blijf zoeken.
- Blijf rennen.
- Blijf lopen.
Blijf peddelen.
Blijf klimmen.
- Ga door met graven.
- Blijf graven.
Blijf rijden.
Blijf lopen!
Blijf werken.
- Ga door!
- Loop door!
- Blijf lopen!
- Ga verder!
Blijf zoeken.
Blijf oefenen.
Ga alsjeblieft door.
Blijf schrijven.
- Blijf lopen.
- Ik bleef lopen.
Blijf oefenen.
Blijf vechten.
Blijf graven.
Blijf dansen.
Blijf werken.
- Ga!
- Ga je gang!
Doe zo voort.
- Ga je gang.
- Ga!
- Gaat uw gang.
- Zeg maar.
Ga verder.
Blijf sterk!
Als er meer van zulke plekken beschermd kunnen worden, zet dat misschien door.
Ga alsjeblieft verder met je verhaal.
- Hou uw ogen open.
- Houd je ogen open.
- Houd uw ogen open.