Examples of using "Conheces" in a sentence and their dutch translations:
- Ken je die man?
- Kent u die man?
- Kennen jullie die man?
Ken je haar vader?
- Kennen jullie ons?
- Kent u ons?
Ken je Maria al?
Ken je zijn vader?
- Ken je me?
- Kent u me?
- Ken je mij?
- Kent u mij?