Examples of using "Homem" in a sentence and their dutch translations:
Hebt u deze man gezien?
Ik ben een man.
Arme man.
Wie is die man?
Een persoon die lacht, is gelukkig.
- Ken je die man?
- Kent u die man?
- Kennen jullie die man?
De man heeft gelijk.
Wie is die man?
Wie is die man?
Gehoorzaam die man niet.
- Ik ben een man.
- Ik volg een man.
Wat een treurige man!
Aanschouw de mens.
Wat een komische man!
Man over boord!
Hou die man vast!
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
Hij is al een man.
De man is uitgehongerd.
Tom is een knappe man.
Een mens moet werken.
De mens is sterfelijk.
Vecht als een man!
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
De man is naakt.
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
Ik heb de man zien springen.
Gedraag u als een man!
De man is oud.
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
Deze man is dood.
Hebt u deze man gezien?
De man is groot.
De man is sterk.
De man drinkt water.
De man heeft gelijk.
De man is politieagent.
De man at brood.
Ieder mens is sterfelijk.
De man draagt een bril.
Die man at brood.
- Jij bent een man.
- U bent een man.
Ken je die man?
Een mens moet werken.
Bill werd gedood door die man.
Is de man oud of jong?
- Een man moet eerlijk zijn.
- Een mens moet eerlijk zijn.
De man stond op.
De man stierf aan kanker.
Die man heeft mijn portemonnee gestolen.
De mens wikt, God beschikt.
Ik ben een oude man.
Hij is maar een gewone man.
Tom is een rijke man.
Deze man heeft een paard.
De man kust de vrouw.
Tom is een geduldige man.
Hij is al een man.
Tom is een machtig man.
De hond beet de man.
Een mens moet werken.
De man is in de keuken.
Blijf uit de buurt van die man.
Hij is maar een man.
De man eet brood.
Die man is een soldaat.
De mens wikt, God beschikt.
Observeer deze man.
- Hij is een typische Japanse man.
- Het is een typische Japanner.
Jane was gekleed als een man.
Vader is een goed mens.
Ik zoek een oude man.