Examples of using "Aquele" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil die daar.
- Wie is die kerel?
- Wie is die vent?
- Ken je die man?
- Kent u die man?
- Kennen jullie die man?
Volg die auto.
Wie is dat?
- Jij bent degene.
- Jij bent het.
Hou die man vast!
We moeten die bus nemen.
Ik zal die cd kopen.
Ik wil die film nog een keer zien.
Is dat jouw auto?
...naar die oase in de verte.
Die auto is erg duur.
Die auto is van hem.
Mag ik deze cake eten?
Deze hoed is van mij.
Ik heb van die lafaard gewonnen.
Alles begon op die dag.
Die baby is Tom.
Die hond is groot.
Dat vliegtuig is reusachtig!
Ik wil die kat.
- Wie is die kerel?
- Wie is die vent?
Wie is dat nu weer?
Dat boek is klein.
Die man at brood.
Hoe was dat restaurant?
Dat boek is makkelijk.
Die vis is niet eetbaar.
Wie is die jongen?
...die angst grotendeels verdwenen was.
- Die club is veel te groot.
- Die knuppel is veel te groot.
Die man heeft mijn portemonnee gestolen.
Helaas is het gerucht waar.
Dat restaurant is te duur.
Dat boek is echt oud.
Die planeet heet Saturnus.
Is dat beter?
Neem dat boek voor mij.
Die oude man stierf aan kanker.
Dat was het probleem niet.
Is dat jouw vriend?
Is dat mijn hoed?
Van wie is die auto?
- Dat is Tom niet.
- Het is Tom niet.
Is dat jouw potlood?
Dat is zijn auto.
Wat is de naam van die rivier?
Dat restaurant serveert uitstekend eten.
Is dat een wijdverbreide naam?
- Ze ging in die richting.
- Ze ging die kant op.
Wie is die man daar?
Wat is dat gebouw?
Een arme is niet hij die te weinig heeft, maar hij die te veel wil.
Die rechter valt niet om te kopen.
Geef mij het boek, alsjeblieft.
Dat telefoontje heeft haar leven veranderd.
Die hoed staat goed bij Tom.
Ik moet deze trein halen.
Dit hotel is beter dan dat andere.
Die Hongaarse acteur bezit enkele bioscopen.
Ga je echt die auto kopen?
- Die film is de moeite waard.
- Die film is het zien waard.
- Het loont de moeite die film te zien.
Dat speelgoed is van hout gemaakt.
Je zou die film gezien moeten hebben.
Wil je het koekje daar niet opeten?
Is dat Tom z’n auto?
Ik had die film wel willen zien.
Deze is net zo goed als die.
Dit tapijt is waardevoller dan dat andere.
Dit boek is niet zo gemakkelijk als dat daar.
Maar ze cirkelen elk geval allemaal in die hoek daar.
'Ga jij maar met deze mens om.'
Ken je dat jongetje dat aan het huilen is?
Is dat Tom?
Dit hotel is beter dan dat andere.
Dit boek is kleiner dan dat.
Wie zich vernedert, zal verheven worden.
Dit boek is even interessant als dat boek.
- Het loont dat boek te lezen.
- Dat boek is het lezen waard.
- Dat boek is de moeite waard om te lezen.
Tom is degene naar wie ik op zoek was.
Dat incident gebeurde vlak voor hem.
Zie je dat meer en die steengroeve? Het is een heel eind naar beneden.
En dat snel vallende ding schrikt dat dier af.
Ik heb geen geld om dat boek te kopen.
- Die auto is van hem.
- Dit is zijn auto.
Ik had genoeg geld om die jurk te kopen.
Dat was de mooiste dag van mijn leven.
Tom heeft dat boek geschreven.