Examples of using "Colegas" in a sentence and their dutch translations:
We zijn klasgenoten.
Heb je je collega's graag?
Beiden zijn mijn collega's.
Beiden zijn mijn collega's.
Dat zijn mijn klasgenoten.
Eén van zijn collega's fluisterde.
Daarom publiceerden mijn team en ik een studie
Ik ben dol op mijn collega's.
Hij plande het project samen met zijn collega's.
Hij staat op goede voet met zijn klasgenoten.
Daardoor kunnen klanten en medewerkers ziek worden.
Ik heb je altijd intelligenter gevonden dan alle andere collega's.
Ik heb je altijd intelligenter gevonden dan alle andere collega's.
Cergey vraagt aan Maria of ze weet wat haar vroegere klasgenoten nu studeren.
Onze vlijtige collega's zullen niet moe worden van het vredeswerk, tot de mooie droom van het mensdom voor eeuwige zegen verwezenlijkt worden zal.