Examples of using "Ambos" in a sentence and their dutch translations:
Ze werken beiden.
Beiden leven.
Ze zijn beiden dood.
- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.
Jullie hebben het allebei verkeerd.
Ze zijn beiden in de kamer.
Ze lachten allebei.
Beiden zijn mijn collega's.
Beiden zijn mijn collega's.
Ze zijn beiden erg aantrekkelijk.
Dank je wel jullie beiden!
Voor velen is het tweeërlei:
Beide voertuigen vlogen in brand.
Wat denk jij? Beide zijn moeilijk.
Ze kunnen beide goed zien in kunstlicht.
Ze zijn beiden dood.
Ze hebben beiden dezelfde leeftijd.
- Zijn beide ouders zijn dood.
- Zijn ouders zijn beiden al overleden.
Jullie hebben het allebei verkeerd.
Ze zijn allebei goede schakers.
Zij jaagt voor hen allebei.
Tussen beiden begon de liefde te groeien.
Toms ouders zijn allebei dood.
- We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.
- Wij beiden begonnen vrijwel gelijktijdig te glimlachen.
Beiden overleefden.
Ik hou van alle twee.
Ik kan het verschil tussen die twee niet uitleggen.
Wij weten het allebei.
Drinken en roken zijn beide slecht voor je gezondheid.
Zowel Tom als Maria slapen nu.
De twee broers stierven.
Ze aten allebei hun chocoladereep tot het laatste brokje toe op.
- Wij zijn beiden het slachtoffer geworden, mijn liefste Europa, jij en ik.
- We zijn beiden het slachtofffer geworden, liefste Europa, jij en ik.
- We werken allebei in Australië.
- We werken beiden in Australië.
Jullie waren allebei indrukwekkend vandaag. Ik ben trots op jullie.
Ze zijn allebei erg intelligent.
We zijn allebei erg slaperig.
Beide broers zijn nog in leven.
Ik hou van jullie beiden.
En dan zie ik dat beide dieren ontspannen zijn. Ik realiseer me dat het paren gaat beginnen.
Waarom niet beide?
Ik heb twee computers, maar ze zijn allebei kapot. Nu gebruik ik dus die van mijn zus terwijl ze weg is.
Een zwarte panter kan een jaguar of een luipaard zijn, maar in beide gevallen bezit hij een gen dat ervoor zorgt dat hij meer melanine aanmaakt dan andere exemplaren.
Meermaals in de geschiedenis zijn mensen in opstand gekomen tegen de ongelijkheid van het leven en hebben ze geweigerd zich aan de beperkingen van wetten en geloofsovertuigingen te onderwerpen. Ze hebben vaak een periode van communisme en Rode Terreur doorgemaakt in de hoop uiteindelijk de perfecte staat te verwezenlijken. Hun leiders, aanvankelijk ongetwijfeld oprecht, omhelzen de utopische droom en verklaren zichzelf de vertolkers van zijn idealen, de beloofde gezanten van zijn zegeningen. Maar nu de materie voor de opstand rijp is en ze de verleidingen van de ontluikende macht niet kunnen weerstaan, ondergaan ze al snel die transformatie die de door de geschiedenis, vaak niet ten onrechte, vereenzelvigd wordt met demagogie, als ze falen, of met de autocratie, als ze slagen. In beide gevallen worden ze, met gebruikmaking van de elementen van verloochening in de maatschappij, apostelen van het geweld en verkondigen ze de theorie van de "creatieve vernietiging". Maar in plaats van een utopie te bouwen op de puinhopen die ze hebben geschapen, slagen ze er slechts in, zoals de geschiedenis laat zien, een andere regering op te zetten die, hoe legitiem en stevig haar fundamenten in theorie ook zijn, in de praktijk al snel despotischer en corrupter wordt.