Examples of using "Siostry" in a sentence and their dutch translations:
- Zij heeft twee zusters.
- Ze heeft twee zussen.
Ana heeft geen zusters.
Beide zussen zijn blondines.
Ik heb twee oudere zussen.
Beide zussen zijn blondines.
Lieve broers en zussen!
Dit is een foto van mijn zus.
Dit woordenboek is van mijn zus.
Hebben jullie zussen?
Ik hou van m'n broers en zussen.
- Dat is de camera van mijn zus.
- Dat is mijn zus haar camera.
Nancy lijkt op mijn zus.
Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?
Hij is de man van mijn zus. Hij is mijn zwager.
Ik heb geen broers of zussen.