Translation of "Zdjęcie" in Dutch

Oto zdjęcie.

Ziehier een afbeelding.

Pokaż mi zdjęcie.

Laat me de foto zien.

Zróbmy sobie zdjęcie.

Laten we een foto van ons laten maken.

Gdzie znalazłeś to zdjęcie?

Waar heb je zijn foto gevonden?

Czy to świeże zdjęcie?

Is dit een recente foto?

On zapytał o zdjęcie.

Hij vroeg naar een foto.

Spójrz na to zdjęcie.

Bekijk de afbeelding.

Tom ma zdjęcie lotniska.

Tom heeft een foto van een vlieghaven.

Czy mogę zrobić ci zdjęcie?

- Mag ik een foto van je maken?
- Mag ik een foto van u maken?

Czy mógłbym dostać twoje zdjęcie.

Ik zou graag een foto van je willen.

To zdjęcie przypomina mi dzieciństwo.

Deze prent herinnert mij aan toen ik kind was.

To zdjęcie zrobiono w Narze.

- Die foto is genomen in Nara.
- Deze foto is genomen in Nara.

To jest zdjęcie mojej siostry.

Dit is een foto van mijn zus.

Podoba mi się jego zdjęcie.

Ik hou van zijn foto.

Czy mógłbym zrobić ci zdjęcie?

Mag ik een foto van je maken?

To jest zdjęcie tego lotniska.

Dit is een foto van de luchthaven.

Zdjęcie mojego dziadka jest na ścianie.

Het portret van mijn grootvader hangt aan de muur.

Zróbmy sobie zdjęcie z morzem w tle.

Laten we een foto van ons nemen met de zee op de achtergrond.

Kiedy zaczynasz przypominać swoje zdjęcie w paszporcie, powinieneś jechać na urlop.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.