Translation of "Słownik" in Dutch

0.020 sec.

Examples of using "Słownik" in a sentence and their dutch translations:

- To jest słownik.
- To słownik.

Het is een woordenboek.

To słownik.

Het is een woordenboek.

Mam słownik.

Ik heb een woordenboek.

Miałem słownik.

Ik had een woordenboek.

Potrzebuję słownik.

Ik heb een woordenboek nodig.

Kupiła siostrze słownik.

Ze kocht een woordenboek voor haar zuster.

Oddałem jej słownik.

Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.

Czy masz słownik?

- Heb je een woordenboek?
- Hebt u een woordenboek?

Czyj to słownik?

- Wiens woordenboek is dit?
- Van wie is dit woordenboek?

Trzymaj słownik przy sobie.

Hou het woordenboek bij je.

Ten słownik jest aktualny.

Het woordenboek is bij.

Polecił mi ten słownik.

Hij raadde me dit woordenboek aan.

Mam w ręku słownik.

Ik heb een woordenboek in mijn hand.

Mam taki sam słownik.

Ik heb precies hetzelfde woordenboek.

Mogę pożyczyć pana słownik?

- Mag ik jouw woordenboek lenen?
- Mag ik uw woordenboek lenen?

Potrzebuję japońsko-angielski słownik.

Ik heb een Japans-Engels woordenboek nodig.

Czy Emily ma słownik?

Heeft Emily een woordenboek?

Pożyczę ci ten słownik.

Ik zal je dit woordenboek lenen.

On też kupił słownik.

Hij heeft ook een woordenboek gekocht.

Czy Tom ma słownik?

Heeft Tom een woordenboek?

Tom też kupił słownik

Tom kocht ook een woordenboek.

Czy masz słownik języka francuskiego?

Heb je een Frans woordenboek?

Ten słownik jest mojej siostry.

Dit woordenboek is van mijn zus.

Czy mogę wypożyczyć ten słownik?

Kan ik dit woordenboek lenen?

Ten słownik na biurku jest mój.

Het woordenboek op het bureau is van mij.

Słownik zawiera około pół miliona słów.

Het woordenboek bevat ongeveer een half miljoen woorden.

Pisząc, zawsze ma słownik do dyspozycji.

Als hij schrijft, heeft hij altijd een woordenboek bij de hand.

On jest osobą, której dałem słownik.

Hij is de persoon aan wie ik mijn woordenboek heb gegeven.

Nie mam pieniędzy, żeby kupić ten słownik.

Ik heb geen geld om een woordenboek te kopen.

- Słownik jest na biurku.
- Słownictwo jest na biurku.

Het woordenboek ligt op het bureau.

Myślę, że ten słownik jest przydatny dla początkujących.

Dit woordenboek lijkt mij nuttig voor beginners.

Słownik zawiera nie więcej niż 20 tysięcy słów.

Dit woordenboek bevat niet meer dan 20.000 woorden.

Czy ktoś może mi polecić dobry jednojęzyczny słownik niemieckiego?

Kan iemand mij een goed eentalig Duits woordenboek aanraden?