Examples of using "Mojej" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet mijn moeder helpen.
Wat mijn oma betreft,
Het is voor mijn familie.
Ik rende naar mijn moeder.
Ik moet mijn moeder helpen.
- Onderschat mijn macht niet.
- Onderschat mijn kracht niet.
Ik gaf het aan mijn mama.
Laat mijn hand niet los.
God, ik haat mijn baan.
God, ik haat mijn baan.
Je kan maar beter naar me luisteren.
Ik heb gelogen tegen mijn wil in.
Of ik kan mijn thermosfles gebruiken...
Precies op de rand van mijn hand.
Precies op de rand van mijn hand.
- Waarom volgde je mijn advies niet?
- Waarom volgde u mijn advies niet?
- Waarom volgden jullie mijn advies niet?
Hij moet mijn raad opvolgen.
Hij woont niet in mijn buurt.
Zij is mijn klasgenoot.
Ik heb mijn broodje nog niet op.
Er zit een haar in mijn soep.
Dit is een foto van mijn zus.
Dit woordenboek is van mijn zus.
Het was mij een genoegen.
- Dat is de camera van mijn zus.
- Dat is mijn zus haar camera.
ingegeven door mijn zorg om ons milieu.
Nancy lijkt op mijn zus.
Ik hielp mijn moeder in de keuken.
De broer van mijn moeder is mijn oom.
- Ik ben altijd fier over mijn familie.
- Ik ben altijd trots op mijn familie.
Laat mij u mijn zuster voorstellen.
Ik vind de clitoris niet bij mijn vriendin.
Doe geen suiker in mijn koffie.
Als je mijn hulp nodig hebt, hoef je dat alleen maar te vragen.
Mijn oma's verpleegster is heel erg aardig.
Het leven is een achtbaan.
Ik ben hier om jullie te vertellen over mijn dierlijke muze:
Ben je zeker dat je mijn hulp niet nodig hebt?
Mijn tante is ouder dan mijn moeder.
Hij is de man van mijn zus. Hij is mijn zwager.
Jouw opinie is totaal anders dan de mijne.
Deze cruciale vraag staat centraal in mijn levenswerk,
Ik heb dit boek voor mijzelf gekocht, niet voor mijn vrouw.
Moeder staat vroeger op dan alle anderen van de familie.
Ik gaf mijn moeder 19 bloemen op Moederdag.
Ik was dom genoeg om het te geloven.
Ik zoek een geschenk voor mijn moeder.
Het ongeluk was niet mijn schuld: ik had voorrang.
Maar dat deed ze niet. Ze reed op mijn hand naar de oppervlakte.
Geen meisje in mijn klas is mooier dan Linda.
Ik heb jullie hulp niet nodig, maar jullie hebben mijn hulp wél nodig.
Geen meisje in mijn klas is mooier dan Linda.
Ik kan mijn paraplu niet vinden.
Op zulke momenten denk ik aan mijn familie, en niet aan mijn vrienden.
De andere optie is mijn eigen touw... ...vastknopen en laten zakken.
En dan ga ik lekker tegen mijn vriend schaap aan liggen.
Links van me bevond zich een vreemde gedaante. Ik dook dieper...
Mijn familie bestaat uit 4 gezinsleden.