Examples of using "Posprzątać" in a sentence and their dutch translations:
We moeten de keuken schoonmaken.
- Ik zou die kamer moeten opruimen.
- Ik zou die kamer moeten schoonmaken.
Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer schoonmaken.
Het was mijn beurt om de kamer schoon te maken.