Examples of using "Pomoże" in a sentence and their dutch translations:
Maria gaat ons morgen helpen.
Mijn vader zal me helpen.
Wie kan mij helpen?
Kan iemand even helpen?
Dat werkt hier ook.
Dit gaat een hoop mensen helpen.
Maria gaat ons morgen helpen.
Hij kan je niet helpen.
Maria gaat ons morgen helpen.
Dat zal je niet helpen.
Ik twijfel er niet aan dat hij me zal helpen.
Ik hoop dat dit ons zal helpen.
Tom beloofde dat hij Mary zou helpen.
Dit gaat een hoop mensen helpen. Dus, goed werk.
Hij kan ze niet middels zicht vangen.
Het helpt ze om over het rif te komen...
Het werkt niet de hele dag... ...maar het helpt een beetje.
Ik vraag me af wie Tom zal helpen de kerstboom te versieren.
Het geeft niet veel energie maar wel een beetje.
hoop ik dat we door dit Google Maps-project meer steun krijgen.
Waarom help je Tom niet?
Hij kan je echt redden. Voor schuilplaatsen en tegen lawines.
Vreemden smeken heeft geen zin, wat hij ook probeert.
Hij geeft niet veel energie maar wel een beetje. Als je er een beetje schors afhaalt...
Wat mensen niet weten is dat je delen van de spar kunt eten. Hij geeft niet veel energie maar wel een beetje.