Examples of using "Myślałem" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb erover nagedacht.
Ik heb erover nagedacht.
het zou wel goed zou komen, dacht ik.
Ik dacht dat ik een geest zag.
Ik dacht dat het waar was.
- Daar heb ik niet aan gedacht.
- Daar had ik niet aan gedacht.
Ik dacht dat we samen zouden ontbijten.
- Ik dacht dat je in Boston woonde.
- Ik dacht dat u in Boston woonde.
Dat dacht ik ook.
Ik dacht even dat hij gek was geworden.
Hij bleek anders te zijn dan ik gedacht had.
Ik dacht dat Tom wel honger zou hebben.
- Ik dacht dat je vroeger een leraar Frans was.
- Ik dacht dat u vroeger Frans gaf.
Ik dacht dat dit voorbij was. Ze was weg.
Ik heb er nooit aan gedacht om leraar te worden.
Ik dacht dat ik altijd alleen zou zijn.
Deze sneeuw is dieper dan ik dacht.
Eerst dacht ik dat ze op de vissen jaagde.
Ik dacht als een octopus. En het vergde veel van me.
Toms kantoor is niet waar ik dacht dat het was.
- Ik dacht dat ik mijn verstand aan het verliezen was.
- Ik dacht dat ik doordraaide.
Ik dacht dat je zei dat Tom vroeger in Boston woonde.
Ik ben geen kunstenaar, ik heb daar nooit over nagedacht.
Echt? Ik dacht dat zij als laatste zou trouwen.
Ik dacht dat je zei dat je van de week in Boston zou zijn.
Ik dacht dat hij hier was, maar als je er bent dan is hij plotseling verder weg.
Ik dacht altijd dat geneeskundestudenten heel drukbezette en hardwerkende mensen zijn. Toen ontmoette ik jou.
Ik dacht dat het enige waar je echt van zou genieten golfen was.