Examples of using "Doccia" in a sentence and their dutch translations:
Hij was in de douche.
Hij was in de douche.
De douche is stuk.
Ik moet douchen.
Zij douchte.
Ik was aan het douchen.
- Ik neem een stortbad.
- Ik neem een douche.
Hij douchte.
- Ik heb net gedoucht.
- Ik heb net een douche genomen.
- Ik heb alleen maar een douche genomen.
Ik ga douchen.
Ze hebben vlug een douche genomen.
Ik heb net gedoucht.
Ik heb een koude douche nodig.
De douche is stuk.
Ik neem een douche.
- Heb je een douche genomen?
- Heb je gedoucht?
Mag ik 's ochtends een douche nemen?
Zij gaat elke ochtend onder de douche.
- Ik douche liever 's morgens.
- Ik ga liever 's morgens onder de douche.
Er komt geen water uit de douche.
Er zit een spin in de douche.
Ik wil een kamer met een douche.
Tom staat onder de douche.
- Ik was alleen maar een douche aan het nemen.
- Ik was net een douche aan het nemen.
Tom neemt een douche.
Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.
Tom zingt vaak als hij onder de douche staat.
Ik moet onder de douche.
Mag ik 's ochtends een douche nemen?
Mijn zus gaat elke ochtend onder de douche.
Ik ben gewoon 's morgens te douchen.
Een moment geleden stond ik nog onder de douche.
Doucht Tom dagelijks?
Ik neem iedere dag een douche.
Wilt u een kamer met een bad of een douche?
Ze zei dat ze elke ochtend een douche nam.
Wanneer heb je voor het laatst gedoucht?
Mijn zus gaat elke ochtend onder de douche.
en de meest interessante deel was in de douche.
Ik verloor mijn geduld na 20 minuten en ging een douche nemen