Examples of using "Non" in a sentence and their dutch translations:
- Schreeuw niet.
- Schreeuw niet!
Niet vechten.
- Laat maar.
- Doe geen moeite.
Blijf weg.
Niet aanraken.
- Niet aanraken.
- Kom er niet aan.
Raak dit niet aan!
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
Niet aanraken.
Koop het niet!
Koop het niet!
- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.
Onderbreek hen niet.
- Moedig ze niet aan.
- Je moet ze niet aanmoedigen.
Niet flauw vallen, zeker niet vooraleer je het contract hebt ondertekend!
Maak je er geen zorgen over!
- Je begrijpt het niet.
- U begrijpt het niet.
- Jullie begrijpen het niet.
- Rook je niet?
- Rookt u niet?
- Roken jullie niet?
Kom niet binnen.
- Jij skiet niet.
- U skiet niet.
- Jullie skiën niet.
Haat me niet!
Bemoei je er niet mee.
Blaf niet!
Vergeet het niet!
Kom niet.
Wacht niet.
- Overdrijf niet!
- Niet overdrijven.
Vraag niet.
Waag het niet!
- Niet schieten!
- Niet schieten.
- Verkneukel je niet.
- Glunder niet zo.
- Niet schieten!
- Niet schieten.
- Ga niet dood.
- Sterf niet.
Rook niet.
Onderbreek niet.
Niet staren!
- Spreek niet.
- Praat niet.
Glimlach niet.
Niet zingen.
Niet springen!
Geen ruzie maken.
- Schreeuw niet.
- Schreeuw niet!
- Niet kijken!
- Kijk niet.
- Leer niet.
- Studeer niet.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Haast je niet.
- Haast u niet.
- Ga je dan niet?
- Wil je niet gaan?
- Praat niet.
- Niet praten!
- Moei je niet!
- Bemoei je er niet mee.
- Lieg niet.
- Lieg niet!
Huil niet!
- Ga niet dood.
- Sterf niet.
Geef geen antwoord!
- Ga niet weg.
- Ga niet.
Word niet dik.
Niet storen.
Niet aanzitten.
- Raak me niet aan!
- Blijf van mijn lijf!
Bedrieg hem niet.
- Stel me niet teleur!
- Stel me niet teleur.
- Ontgoochel me niet.
Stel hem niet teleur.
- Ik begrijp het niet.
- Dat snap ik niet.
- Ik snap het niet.
- Praat niet tegen mij.
- Praat niet tegen mij!
Worstel niet.
- Niet stoppen.
- Stop niet.
- Niet ophouden.
- Niet bewegen.
- Niet bewegen!
Bedrieg hem niet.
Onderschat mij niet.
- Niet lummelen.
- Geen slappe houding.
Sta niet op.
Leid me niet af.
Kus me niet!
Stoor me niet.
Jij was er niet.
- Dat versta ik niet.
- Ik snap het niet.
Ik kan niet.
Niet vanavond.
Ik begrijp het niet.
Zeg dat niet.
Ik begrijp het niet.
- Schrijf je niet in.
- Meld je je niet aan.
- Dat zal niet gebeuren.
- Dat gebeurt niet.
Geef niet op!
Hou hem niet tegen.
Sta niet op.
Hou me niet voor de gek.
- Ik begrijp het niet.
- Ik snap het niet.