Examples of using "Szülei" in a sentence and their dutch translations:
- Wij zijn de ouders van Tom.
- Wij zijn Toms ouders.
- Wij zijn de ouders van Tom.
- Wij zijn Toms ouders.
Zijn ouders waren landbouwers.
Zelfs haar ouders niet.
- Wij zijn de ouders van Tom.
- Wij zijn Toms ouders.
Tom zijn ouders hebben hem verlaten.
Zijn ouders waren landbouwers.
Tom verdient meer dan zijn ouders.
De ouders van Tom zijn gescheiden toen hij nog heel jong was.
Toen wij trouwden, waren zijn ouders al overleden.
Toen wij trouwden, waren zijn ouders al overleden.
Haar ouders zijn ouder dan de mijne.
Ze heeft geen ouders die haar iets leren. Ze is alleen.
Niet alleen Jim maar ook zijn ouders zijn ziek.