Examples of using "Részeg" in a sentence and their dutch translations:
Hij is dronken.
- Je bent dronken.
- U bent dronken.
- Jullie zijn dronken.
Ben je dronken of zo?
Tom is dronken.
Ik ben dronken.
Blijf dronken!
Is Tom dronken?
Ik was dronken.
Tom was dronken.
Hij is dronken.
Ben je dronken of zo?
Ik denk dat ik dronken ben.
Ik ben nu echt te beschonken om dat te doen.
Tom is straalbezopen.
- Je bent te dronken om te rijden.
- U bent te dronken om te rijden.
- Jullie zijn te dronken om te rijden.
Ik ben dronken, maar ik kan nog Duits spreken.
Ik denk dat ik dronken ben.
Je bent dronken!
Ik ben misschien dronken, maar ik ben niet gek!
Ik ben nu zo dronken dat ik twee toetsenborden zie.
Hij was te dronken om naar huis te rijden.
Ik ben nu zo dronken dat ik twee toetsenborden zie.
- Ik was stomdronken.
- Ik was dronken.
Hij werd erg dronken.
De politieagent was dronken.