Examples of using "Vagy" in a sentence and their dutch translations:
Jij bent ondeugend.
Je bent resoluut.
Jij bent een idioot.
Je bent wat je bent.
- Bent u een vertaler?
- Ben je een vertaler?
Bent u een middelbare scholier?
- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.
Je bent rijk.
- Bent u homo?
- Ben je gay?
Ben je getrouwd?
Ben je Amerikaans of Frans?
Ben je ziek?
Bent u vrij?
Je bent een dokter.
Is dit Jupiter of een stier?
Ben je dronken of zo?
Je bent grappig.
Je bent lelijk.
- Je staat in de weg.
- U staat mij in de weg.
- Je bent een leraar.
- Je bent leerkracht.
Bent u leraar of leerling?
U bent een racist.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.
- Jij bent oud.
- Je bent oud.
- Waar ben je?
- Waar zijt ge?
Hoi, hoe gaat het?
- Zijt ge student?
- Ben je student?
Of jij hebt het fout of ik.
Ben je er?
- Ben jij Tom?
- Bent u Tom?
Ben je een politieagent?
- Weet je het zeker?
- Weet u dat zeker?
„Ben je hetero of homo?” – „Ik ben hetero.”
- Je ziet er erg bleek uit. Gaat het wel?
- Je ziet er erg bleek uit. Voel je je goed?
Met wie ben je?
- U bent rijk.
- Jullie zijn rijk.
- Je bent rijk.
- Jij bent rijk.
Ben je doof of zo?
Ben je Hongaars?
- Jij bent zwanger.
- U bent zwanger.
- Jullie zijn zwanger.
Ben je nieuw?
Ben je Japans?
- Ben je kaal?
- Bent u kaal?
Ben je wakker geworden?
Hé, hoe gaat het met je?
Je bent mooi.
Hoe oud ben je?
- Je bent een nietsnut.
- Je bent een deugniet.
Ben je nu gelukkig?
Hé, hoe gaat het met je?
- Samen of apart?
- Samen of afzonderlijk?
Hoe gaat het, Tom?
Ben je single?
Ben jij 't?
- Jij bent een verrader.
- Je bent een verrader.
- Waarom ben je thuis?
- Waarom bent u thuis?
- Waarom zijn jullie thuis?
- Wanneer ben je in München?
- Wanneer ben je in Monaco?
Je bent erg aardig.
- Waar ben je?
- Waar zijn jullie?
- Ben je getrouwd?
- Bent u getrouwd?
- Het is alles of niets.
- Alles of niets.
- Goedemorgen, hoe maakt u het?
- Hé, hoe gaat het met je?
- Hoi, hoe gaat het?
Je bent een nietsnut.
Ben je nu tevreden?
- Hoe lang bent u?
- Hoe lang ben jij?
Hoi, hoe gaat het?
Hoe traag zijt ge toch!
Zijn jullie voor of tegen zijn idee?
U bent niet oud.
Ben je nu moe?
„Ben je hetero of homo?” – „Ik ben hetero.”
- Waarom ben je nat?
- Waarom bent u nat?
- Waarom zijn jullie nat?
- Ben je vrijgezel?
- Ben je alleenstaand?
- Ben je single?
Of zou het een opluchting zijn?
"Ben jij flexibel?"
Of niet.
...of nooit.
Hoe gaat het?
thuis of ergens anders,
- Je bent zo wit als een laken.
- U bent zo bleek als een laken.
Je bent kletsnat.
Je bent walgelijk!
- Je bent taai.
- Je bent een harde.
Ben je zwanger?
Je bent ongelofelijk!
Ben je doof?
- Ben je thuis?
- Zijn jullie thuis?
- Je bent geweldig.
- U bent geweldig.
- Jullie zijn geweldig.
- Je ziet er geweldig uit.
- Je bent prachtig.
Ben je dronken of zo?
Jij bent een idioot.
Je hebt geluk.