Examples of using "Halála" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben geschokt door de dood van John.
- Ik was geschokt door de dood van John's.
Eén prooi...
Zijn dood is een groot verlies.
Toms dood was een verrassing.
De plotselinge dood van Maria heeft iedereen verrast.
Tien jaar zijn verstreken sinds zijn dood.
Ongeveer een jaar voordat oma overleed,
...het was ook een opluchting.
En ongeveer zes maanden voor ze stierf,
Toms onverwachte dood maakte zijn werkcollega's overstuur.
Maar nadat oma stierf nam mijn zelfvertrouwen af,
Nadat de ouders overleden waren, brachten de grootouders hun groot.
Na de dood van mijn man liep ik rond als een zombie.
Hij wou dat men na zijn dood zijn as in de oceaan zou strooien.
Tom kwam er na zijn moeders dood pas achter dat ze zijn erfenis opgegokt had.