Examples of using "Féltem" in a sentence and their dutch translations:
Ik was bang dat je gefaald had.
Ik voelde een beetje angst.
Ik was bang om nieuwe dingen te proberen.
was ik niet meer bang.
Ik was te bang om te gaan.
- Maar ik had geen schrik.
- Maar ik was niet bang.
Ik had geaarzeld en was bang en dat wilde ik niet.