Examples of using "Boston" in a sentence and their dutch translations:
Ik mis Boston.
Vond je Boston leuk?
Vind je Boston leuk?
Waar ligt Boston?
Boston is een geweldige stad.
Is Boston ver weg?
Mist u Boston?
Dit is het oudste restaurant van Boston.
Is Boston ver weg?
Hoe ver is Boston hiervandaan?
Ik wist dat je Boston leuk zou vinden.
Het is duur om een kantoor te huren in het centrum van Boston.
Laat me op de kaart zien waar Boston is.