Examples of using "Önnek" in a sentence and their dutch translations:
Wij danken u.
Ik geloof u.
Ik werk voor u.
- Kan ik u helpen?
- Zou ik u kunnen helpen?
Ik geloofde u.
U heeft geen hart.
Mist u Boston?
Mist u Tom?
Zij hebben een bloedneus.
Ik hoop dat hij u zal bevallen.
- Ik zal het je vertellen.
- Ik zal het u vertellen.
- Ik zal het jullie vertellen.
Heeft u buikpijn?
- Kan ik u iets te drinken brengen?
- Kan ik u iets te drinken aanbieden?
Hoeveel kinderen heb je?
- Wanneer komt het u uit?
- Wanneer komt het u goed uit?
- Ik geef u een doktersrecept.
- Ik zal u een recept geven.
Mag ik u een aantal vragen stellen?
Rood en blauw - welke verkies jij?
Ik geef je een plaatselijke verdoving.
Ik zal u direct de rekening brengen.
Met wat kan ik u helpen?
- Heeft u een rijbewijs?
- Heb je je rijbewijs?
- Heb je een rijbewijs?
En niemand heeft u geholpen?
Ik geef u een inenting tegen tetanus.
Wij geven u een inenting tegen hondsdolheid.
Ik kan u niet te veel danken.
- Je kan geen bloeddonor zijn.
- U kunt geen bloeddonor zijn.
- Vonden jullie het leuk?
- Vond je het leuk?
Hebt u tandvleesbloedingen?
Doet het pijn als ik hier sla?
Wilt ge dat we een taxi voor u bestellen?
Wat kan ik voor u doen?
- Heb je een jachtvergunning?
- Hebt u een jachtvergunning?
- Je hebt drie katten.
- U heeft drie katten.
- Jullie hebben drie katten.
Heeft u kinderen?
Hoeveel kinderen heb je?
Hebt u een paraplu nodig?
Ik heb het u gezegd, maar u wilde niet luisteren!
Heeft u een rijbewijs?
Ik wil je iets tonen.
Komt het je uit morgen met het werk te beginnen?
Wilt u dat ik u zeg wat ik hoop?
Heb je boeken om te lezen?
- Hebt ge beroepservaring?
- Heeft u werkervaring?
- U moet bus 5 nemen.
- Jullie moeten bus 5 nemen.
En niemand heeft u geholpen?
- Zoals u wilt!
- Zoals je wilt.
- Je zegt het maar.
- Wat je wil.
Met wat kan ik u helpen?
- Heeft u kinderen?
- Hebben jullie kinderen?
Bent u getrouwd?
Die das zit je echt goed.
Mag ik u een vraag stellen?
- Ik wens je een zalig kerstfeest.
- Ik wens u een zalig kerstfeest.
Om in de bus te stappen moet ge een kaartje kopen.
- Ik zal je wat foto's laten zien.
- Ik zal jullie wat foto's laten zien.
Allereerst wil ik u bedanken voor de gastvrijheid.
De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet.
Hoe bevalt u het klimaat in Japan?
Ik geef je vijf dollar.
Doe wat hij je zegt.