Examples of using "Beszédet" in a sentence and their dutch translations:
Ik hoor stemmen.
- Niemand luisterde naar de toespraak.
- Niemand luisterde naar de speech.
Hij moet een toespraak houden tijdens het feest.
- Toen hij klaar was met praten, was iedereen stil.
- Toen hij ophield met praten, was iedereen stil.
- Stop met dat te zeggen!
- Hou op met dat te zeggen!