Examples of using "Befejezte" in a sentence and their dutch translations:
Hij is klaar met zijn werk.
Hij is klaar met het ontbijt.
Heeft u reeds ontbeten?
Tom is gestopt met het innemen van zijn medicijn.
- Tom was net klaar met avondeten.
- Tom had net zijn avondeten op.
- Toen hij klaar was met praten, was iedereen stil.
- Toen hij ophield met praten, was iedereen stil.
Ze is klaar met het schrijven van een brief.
De boom is gestopt met groeien.