Examples of using "Weizen" in a sentence and their dutch translations:
Ik oogst tarwe.
Meel wordt van tarwe gemaakt.
Brood wordt gemaakt van tarwe.
We verbouwen tarwe hier.
De kip heeft tarwe gepikt.
Sommige mensen zijn allergisch voor tarwe.
Kan je gerst van tarwe onderscheiden?
Op de velden rond het dorp groeien gerst en tarwe.