Examples of using "Kannst" in a sentence and their dutch translations:
Je mag gaan.
- Kun je Frans?
- Kan je Frans spreken?
- Je kunt uitrusten.
- Je kan uitrusten.
- Kan je schaatsen?
- Kan je skaten?
- Kunt u skaten?
- Kunnen jullie skaten?
- Kun je schaatsen?
- Kunt u schaatsen?
- Kunnen jullie schaatsen?
- Kun je skaten?
- Kan jij paardrijden?
- Kun jij paardrijden?
Kun je het oppakken?
Je kunt me aangeven.
Kun je zwemmen?
Kun je jongleren?
Kun je boekhouden?
- Je mag gaan.
- Je kunt gaan.
- Je kan gaan.
- Kan jij paardrijden?
- Kun jij paardrijden?
- Kunt u paardrijden?
Kan je naaien?
Kunt u schrijven?
Natuurlijk mag dat.
Kun je helpen?
Kun je verder gaan?
Je kan helpen.
Kan je komen?
Je kan tv kijken.
Kan je lezen?
Kan je lopen?
- Ken jij Engels?
- Kun je Engels?
- Dat kun je wel!
- Dit kun je zeker!
Kun je Latijn?
- Je mag gaan.
- Je kunt beginnen.
- Je mag vertrekken.
- Kan je skaten?
- Kun je schaatsen?
Kan je jagen?
Kan je zien?
Je kunt komen.
Je kunt binnenkomen.
Je mag iets zeggen.
- Kunt u autorijden?
- Kun je autorijden?
- Alleen jij kunt het doen, maar je kunt het niet alleen doen.
- Jij alleen kunt het doen, maar je kunt het niet alleen doen.
- Hoe laat kun je komen?
- Hoe laat kunt u komen?
- Hoe laat kunnen jullie komen?
Je kan niet "nee" zeggen.
U kunt het, nietwaar?
- Je mag me jijen.
- Je mag me tutoyeren.
- Je mag jij zeggen.
Kunt ge zondagavond komen?
- Je mag mijn woordenboek gebruiken.
- Jullie mogen mijn woordenboek gebruiken.
- Alleen jij kunt het doen, maar je kunt het niet alleen doen.
- Jij alleen kunt het doen, maar je kunt het niet alleen doen.
- Zou je dat kunnen herhalen?
- Kun jij dit herhalen?
Kan je ver kijken?
Kan je pianospelen?
- Vergeet hem.
- Vergeet dat.
- Daar kun je naar fluiten!
- Dat kun je op je buik schrijven!
- Vergeet het maar!
- Vergeet het.
- Vergeet 't maar!
- Schei uit.
Kan je dit beantwoorden?
Je kan niet verliezen.
Kan je me helpen?
- Vergeef je me?
- Vergeef je mij?
Kan je het bewijzen?
Je kan hem geloven.
- Kun je dat vertalen?
- Kan je het vertalen?
Spreekt u Shanghainees?
- Je kunt niet zwemmen.
- Jij kan niet zwemmen.
- Je mag nu binnenkomen.
- Nu mag je binnenkomen.
Wanneer kunt ge komen?
- Kan je morgen beginnen?
- Kun je morgen beginnen?
Kun je autorijden?
Kan je morgen komen?
Kan je me het leren?
- Je mag me jijen.
- Je mag me tutoyeren.
- Kun je me zien?
- Kunt u me zien?
- Kan je me zien?
- Kunnen jullie me zien?
Spreekt u Frans?
Kun je het oppakken?
Kunt ge schaak spelen?
- Kom als ge kunt.
- Kom als je kunt.
Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.