Examples of using "Verlierer" in a sentence and their dutch translations:
- Hij kan niet tegen zijn verlies.
- Zij kan niet tegen haar verlies.
Ik ben een verliezer.
Hij is een goed verliezer.
- U heeft het spel verloren.
- Zij hebben het spel verloren.
Dat ons opdeelt in winnaars en verliezers
en dan de verliezers hun tegenslag verwijt?
Het is mogelijk elke veldslag te winnen en toch de oorlog te verliezen.