Examples of using "Uns" in a sentence and their dutch translations:
- Help ons.
- Help ons!
Volg ons!
- Bekijk ons.
- Kijk naar ons.
Laten we ons concentreren.
Volg ons!
Je hebt ons nodig.
- Kennen jullie ons?
- Kent u ons?
Laat het zien aan ons.
Laat ons met rust.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
Laten we ontbijten.
Kom met ons mee.
Vergeet ons niet!
Wacht op ons.
Onderschat ons niet.
Laten we beginnen.
We vervelen ons.
Laat ons binnengaan.
Vergeet ons niet!
Laat ons bidden.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we van start gaan.
- Laten we gaan!
- Vooruit!
- Go!
- Laten we ons bezatten!
- Laten we dronken worden.
Hij loog tegen ons.
- Laat ons!
- Verlaat ons!
Vergeef ons.
- Bezoek ons.
- Kom ons bezoeken.
Wee ons!
Op ons!
Help ons!
Volg ons!
Volg ons!
Help ons!
Vergeet ons.
Laten we het proberen.
Wat ons niet doodt, maakt ons sterker.
Vertel ons iets.
Laten we het geld onder ons verdelen.
Laat ons zoenen.
We verontschuldigen ons.
We onthouden.
Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.
- Maria hielp ons.
- Maria heeft ons geholpen.
Laat ons gaan.
Help ons alstublieft!
Laat u dat aan ons over!
Laten we tv kijken.
- Kan je ons helpen?
- Kunt u ons helpen?
- Kunnen jullie ons helpen?
- Kunnen jullie ons beschermen?
- Kan je ons beschermen?
- Kunt u ons beschermen?
Je moet ons helpen.
Je hebt ons verraden.
Hij loog tegen ons.
- Laat ons babbelen.
- Laten we erover praten.
- Laten we beginnen.
- Laten we van start gaan.
- Laten we beginnen.
- Kom, we beginnen eraan.
- Laten we van start gaan.
- Kom, we zijn weg.
- Laten we gaan!
Laten we dronken worden.
- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.
God zij met ons.
- Geef ons drie minuten.
- Geeft u ons drie minuten.
Laten we buiten praten!
Geef ons een pauze.
We zien elkaar morgen.
en vaak kiezen we ervoor om daarmee te leven.
Laten we kaart spelen.
We hadden ruzie.
- We zijn verloren.
- We zijn verdwaald.
Kan je ons horen?
We moeten vlug zijn.
- Laten we iets proberen!
- Laat ons iets proberen.
Tom heeft tegen ons gelogen.
Laten we Engels studeren.
God zij met ons.
Hij loog tegen ons.
Laten we gaan zwemmen.
- Is er iets dat je ons niet vertelt?
- Verbergt u iets voor ons?
- Hou je iets achter?
Laten we ergens anders heengaan!
Praat je over ons?
Laten we Tom feliciteren.
Laten we iets proberen!