Examples of using "Macht" in a sentence and their dutch translations:
Vissen is leuk.
Wie niets doet, doet niets verkeerd.
Dat geeft niet!
Macht corrumpeert.
Het geeft niet!
Alleen wie niets doet, maakt geen fouten.
Iedereen maakt fouten.
Geluk maakt trots, ongeluk maakt wijs.
Dat maakt nieuwsgierig.
Wat doet Tom?
- Wat doet je vader?
- Wat doet jullie vader?
- Wat doet uw zoon?
- Wat doet jouw zoon?
- Wat doet jullie zoon?
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
Wat zijn jullie aan het doen?
Dat maakt me gek.
Ik word er nerveus van.
- Ik word er ziek van.
- Ik word er misselijk van.
Liefde maakt blind.
Wat doet jullie zoon?
- Wat doet je vader?
- Wat doet jullie vader?
Ik word stapelgek van Tom.
- Ga lekker zitten.
- Maak het jullie gemakkelijk.
- Doe alsof jullie thuis zijn.
Iedereen maakt fouten.
- Alleen wie niets doet, maakt geen fouten.
- Wie niets doet, niets misdoet.
- Wie niets doet, doet niets verkeerd.
Eendracht maakt macht.
De gelegenheid maakt de dief.
Wat doet Tony?
Tv-kijken is leuk.
- Hoeveel is het?
- Wat doet het?
Je moet roeien met de riemen die je hebt.
Honger maakt een mens kwaad.
Wat is Ken aan het doen?
Ze maakt het avondeten klaar.
- Beter kopen dan lenen!
- Die leent heeft schade of schande.
- Lenen kost geld!
Basketbal spelen is leuk.
Niemand doet dat.
Reizen is leuk.
- Het is volkomen logisch.
- Het klinkt heel zinvol.
- Dat is volkomen logisch.
Dat is leuk.
Dat maakt nieuwsgierig.
Kennis is macht.
Iedereen maakt fouten.
Tatoeba is verslavend.
- Wat doet hij?
- Wat is hij aan het doen?
- Wat is ze aan het doen?
Neem geen gevangenen!
Geld is macht.
Beloftes maken schuld.
Wat doet Tom?
Alles is lekker na een döner kebab.
Effen rekeningen maken goede vrienden.
Tom doet alles.
Wetenschap is leuk.
Wie doet dat?
Wiskunde is leuk.
Zij is koekjes aan het maken.
Tom doet dat.
- Goeie rekeningen maken goeie vrienden.
- Effen rekeningen maken goede vrienden.
- Goede rekeningen maken goede vrienden.
Wat is ze aan het doen?
Ze gaat door.
Hij doet aan fysica.
Liefde maakt blind.
Hij die in gevaar is, praat nooit.
Ze maakt lawaai.
- Maakt niet uit.
- Het maakt niets uit.
Taal is macht.
Delen brengt vreugde.
Bakken is leuk.
Vertalen is leuk.