Examples of using "Schande" in a sentence and their dutch translations:
Schande!
- Jammer.
- Helaas.
- Jammer!
- Arm zijn is geen schande.
- Armoe is geen schande.
Armoe is geen schande.
Wat een schande!
- Arm zijn is geen schande.
- Armoe is geen schande.
Arm zijn is geen schande.
- Wat een schande!
- Dat is jammer.
Wat een schande!
Weet je? Het is een schande... Een echte schande dat je Uruguay kwijtraakt.
Ik heb mijn familie onteerd.