Examples of using "Jüngere" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb drie jongere zussen.
Tom is getrouwd met een veel jongere vrouw.
Dat zei de jongste van de broers.
De jongere generatie ziet de zaken anders.
Hij is de jongere broer van Taro.
Tom is getrouwd met een veel jongere vrouw.
We kunnen haar en haar jongere zus niet uit elkaar houden.
Mijn jongere zuster is getrouwd voor haar twintigste.
Jongeren denken dat ze altijd gelijk hebben.
Lucys moeder zei haar dat ze moet zorgen voor haar jongere zus.
Maria heeft twee broers, de oudste is dom en de jongste slim.
Van de twee meisjes is zij de jongste.
Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.
De natie is duidelijk diep gesplitst tussen voor- en tegenstanders van de brexit: Engeland en Wales tegen Schotland en Noord-Ierland, platteland tegen de stad, ouderen tegen jongeren, mensen met een basisopleiding tegen hen met een hogere opleiding, zelfs familielid tegen familielid.