Examples of using "Innenstadt" in a sentence and their dutch translations:
Tom woont in het hart van de stad.
- 's Avonds gingen we in de binnenstad stappen.
- 's Avonds hebben we wat door de binnenstad geslenterd.
Met welke trein kom ik in het centrum?
Het stadscentrum is het hart van de stad.
Omdat hij niets te doen had, ging hij naar het stadscentrum.
Het is duur om een kantoor te huren in het centrum van Boston.