Examples of using "Gibst" in a sentence and their dutch translations:
- Voeg je geen suiker toe?
- Doe je er geen suiker bij?
Je geeft te gemakkelijk op.
Zou ik de sleutel kunnen krijgen?
Je beweert wetenschapper te zijn.
Geef je hem de borst of de fles?
Je geeft het niet zo gemakkelijk op, nietwaar?
- Voeg je geen suiker toe?
- Doe je er geen suiker bij?
Zou ik de sleutel kunnen krijgen?
Waarom geef je me niet wat ik hebben wil?
Je geeft te gemakkelijk op.
Ik vergiftig de koning als je me een beloning geeft.
Als je iemand de hand geeft, kijk dan in zijn ogen.
Je beweert wetenschapper te zijn.
Mag ik een stukje van je taart? Ik wil gewoon even proeven.
Waarom doe je alsof je me niet kent?
Als je iemand de hand geeft, kijk dan in zijn ogen.
U doet geen suiker in uw koffie.
- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?
Waarom doe je alsof je me niet kent?
- Geef me even het zout door, alsjeblief.
- Geeft u me het zout door, alstublieft.
- Geef me het zout door, alstublieft.
- Het zout, alsjeblieft.