Examples of using "Geschlossen" in a sentence and their dutch translations:
- De scholen zijn gesloten.
- De scholen zijn dicht.
Disneyland is gesloten.
Hou het raam dicht.
De winkel is zondags toe.
Het museum is nu gesloten.
Spijtig genoeg, was de winkel gesloten.
De chromatoforen zijn gesloten
De luchthaven is gesloten.
De grens is dicht.
- Open uw mond niet!
- Open je mond niet!
De deur was gesloten.
De deuren waren gesloten.
Het restaurant is gesloten.
We zijn vandaag gesloten.
Hou het raam dicht.
Was de bank dicht?
De slagerij is gesloten.
- De deuren waren gesloten.
- De deur was gesloten.
De winkel is zondags toe.
Ze hield haar ogen dicht.
- Op zondag is het museum niet open.
- Het museum is zondags gesloten.
Ik hield de deur op slot.
De deur was niet dicht.
Spijtig genoeg, was de winkel gesloten.
Hou het raam dicht.
De meeste winkels waren gesloten.
De winkels zijn op zondag gesloten.
De ramen moeten dicht blijven.
Dit restaurant is nooit gesloten.
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
De dierentuin was op Eerste Kerstdag gesloten.
De bank is niet open op zondag.
Voor zover ik begrijp, is het museum op maandag gesloten.
De school was gesloten wegens een bommelding.
Deze winkel sluit om negen uur 's avonds.
In de stad waren de winkels toe.
De school is gesloten voor de kerstvakantie.
Ik hou van mijn fiets.
Het metrostation is vandaag gesloten.
Iedere deur in het huis is op slot.
Een deur moet of open zijn, of toe.
In de straat waren de meeste winkels gesloten.
De grens tussen beide buurlanden blijft gesloten.
Het venster is gesloten.
De koelkast is dicht.
De deur was gesloten.
We zijn morgen gesloten.
Hij sloot de ogen.
De gevangenis van Alcatraz werd gesloten in 1963.
Dit deel van de bibliotheek is gesloten voor het publiek.
De bibliotheek is tijdelijk gesloten voor het publiek.
Gelieve u ervan te vergewissen dat uw veiligheidsgordel goed toe is.
Heeft u de deur gesloten?
- Het postkantoor is vandaag dicht.
- Het postkantoor is vandaag gesloten.
De meeste winkels waren gesloten.
Om half acht deden ook wij de deur achter ons dicht.
Mijnheer Hobson sloot de winkel en ging naar huis.
- De deur is dicht.
- De deur is gesloten.