Examples of using "Nun" in a sentence and their dutch translations:
En nu,
En nu?
Ik ben nu aan het leren.
En wat nu?
Nu meer dan ooit!
Nu even niet ademen!
Nu heb ik zekerheid.
maar daardoor een hogere waarde hebben,
Hier zijn de resultaten.
Moet ik nu gaan?
Je mag nu binnenkomen.
- En nu?
- Wat nu?
Je mag nu binnenkomen.
- Nu is het allemaal naar de klote.
- Nu is alles verknoeid.
Overdrijf niet!
Wat wilt ge nu?
Waar woon je nu?
Je mag nu binnenkomen.
Geloof je het nu?
- Schiet op.
- Doe wat je moet doen.
- Aan de slag ermee.
Mag ik mijn ogen nu opendoen?
Nu kunnen we opstaan uit onze meditatie.
...keert nu het licht terug.
Hoe gaan we hier nu mee verder?
Klein-Azië ligt nu aan zijn voeten.
- U behoort nu tot de elite.
- Je behoort nu tot de elite.
Niet zo vlug, jonge vriend.
Ik heb nu geen tijd.
Wat moet ik nu doen?
Ze was nu buiten gevaar.
Wat is er dan gebeurd?
Wat gebeurd is, is gebeurd.
De verhouding van de groottes klopt nu.
- Dingen gebeuren nu eenmaal.
- Dingen gebeuren.
Kom toch binnen!
Luister nu goed naar me.
Feiten zijn feiten.
maar convergentie naar gecompliceerd gedrag.
maar nu gebeurt er iets dramatisch anders.
Wat mijn oma betreft,
De vrouwtjespoema is nu in het voordeel.
Nu zijn al haar welpjes blootgesteld.
Het zuurstofniveau is nu gevaarlijk laag.
...is het tijd om naar de stad te gaan.
Maar nu aan het werk!
Wat is er nu mis?
Verklaar dat maar eens.
- Men verkoopt nu de zomerartikelen.
- De zomerartikelen zijn nu te koop.
We komen nu aan het eerste punt van de dagorde.
Nu weet ik waar ik aan toe ben!
Hij is dood en begraven nu.
De oude dame leeft nu alleen.
Ze zijn net aangekomen op hun bestemming.
- Zo is het leven nu eenmaal.
- Zo gaat het nu eenmaal.
Maar nu het volgende onderwerp.
De soldaten konden hem nu zien.
Mag ik nu naar huis gaan?
Mag ik mijn ogen nu opendoen?
Mag ik mijn ogen nu opendoen?
Nou, de spelregels zijn veranderd.
Nou, zelfs dat is geschikt als argument.
Nu begrijp ik wat er gebeurd is.
Hoe gaan we dat doen?
En nu we afsluiten,
De behoeftes van dit vrouwtje groeien.
Maar nu... ...voor het eerst...
We zijn weer terug bij af.
Tom is nu in het vijfde jaar.
- Rustig aan!
- Langzaam!
- Ik denk dat ik ervandoor moet.
- Ik geloof dat ik weg moet gaan.
Laat het spel beginnen!
Dus?
Kosovo is nu een onafhankelijke staat.
Kom op, opschieten.
- Nu valt mijn nikkel.
- Mijn nikkel is nu gevallen.
- Mijn frank is nu gevallen.
- Het kwartje is nu gevallen.
Waar we langs gaan, is aan jou.
Ze zijn groter dan ze hier lijken.