Examples of using "Museum" in a sentence and their dutch translations:
We zijn naar het museum gegaan.
Het museum is nu gesloten.
Waar is het museum?
Dieven plunderden het museum.
We zijn naar het museum gegaan.
De koningin bezocht het museum.
Waar is het dichtstbijzijnde museum?
Is het museum vandaag open?
- Op zondag is het museum niet open.
- Het museum is zondags gesloten.
We zijn naar het museum gegaan.
Gaat deze bus naar het museum?
Waar is het dichtstbijzijnde museum?
- Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
- Het museum is open vanaf negen uur 's morgens.
Ze nam de taxi naar het museum.
Ze nam de taxi naar het museum.
Op zondag is het museum niet open.
Deze bus brengt je naar het museum.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
- Tom is met Maria naar het museum gegaan.
- Tom ging met Maria naar het museum.
Ze nam de taxi naar het museum.
Voor zover ik begrijp, is het museum op maandag gesloten.
Het museum is geopend van maandag tot vrijdag.
Er worden enkele interessante objecten tentoongesteld in het museum.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
Hoe ver is het van hier naar het museum?
De leraar en de leerlingen zijn in het museum.
Men heeft mijn fiets gestolen in het museum.
Het museum gaat open om 9 uur 's ochtends.
De gids leidde de groep door het museum.
Tijdens de restauratie hebben de bezoekers beperkt toegang tot het museum.
Om bij het museum te komen moet je die bus nemen.
U moet deze bus nemen om bij het museum te komen.
Waar kan ik een museum in de buurt vinden?
U moet deze bus nemen om bij het museum te komen.
Toen hij in Londen was, heeft hij het British Museum bezocht.
Waar is de ingang van het museum?
Het nieuwe museum van Groningen is een beroemd werk van de moderne architectuur; een gebouw in volkomen harmonie met de natuurlijke omgeving.