Translation of "Freizeit" in Dutch

Ich habe keine Freizeit.

Ik heb geen vrije tijd.

- Was macht ihr in der Freizeit?
- Was machst du in deiner Freizeit?

- Wat doe je in je vrije tijd?
- Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?

- Tom schreibt in seiner Freizeit Romane.
- In seiner Freizeit schreibt Tom Romane.

Tom schrijft romans in zijn vrije tijd.

- Was machst du in deiner Freizeit?
- Wie verbringst du deine Freizeit?
- Wie verbringen Sie Ihre Freitzeit?
- Wie verbringt ihr eure Freizeit?

- Wat doe je in je vrije tijd?
- Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?

Was macht ihr in der Freizeit?

- Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?

Was machst du in deiner Freizeit?

- Wat doe je in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?

In meiner Freizeit schreibe ich Gedichte.

In mijn vrije tijd schrijf ik gedichten.

Was machst du gern in deiner Freizeit?

Wat doet ge graag in uw vrije tijd?

Womit beschäftigst du dich gerne in deiner Freizeit?

- Wat doet u graag in uw vrije tijd?
- Wat doe jij graag in je vrije tijd?

Ich verbringe oft meine Freizeit damit, Musik zu hören.

In mijn vrije tijd luister ik dikwijls naar muziek.

Ich glaube, ich kann es in meiner Freizeit machen.

Ik denk dat ik dat in mijn vrije tijd kan doen.

Das Lernen einer jeglichen Sprache erfordert Mühe und Freizeit.

Het leren van elke taal vergt inspanning en tijd.

Freizeit ist Zeit, über die man frei verfügen kann.

Vrije tijd is de tijd waarover iemand vrij kan beschikken.

Ich denke, dass ich es in meiner Freizeit machen könnte.

Ik denk dat ik dat in mijn vrije tijd kan doen.