Examples of using "Schreibt" in a sentence and their dutch translations:
- Hij schrijft scripts.
- Hij schrijft scenario's.
Hij schrijft.
Ze schrijft.
Schrijf me!
Tom schrijft.
Hij schrijft liefdespoëzie.
Ze schrijft prachtig.
Hij schrijft Arabisch.
Ze schrijft Chinees.
- Zij schrijft novelles.
- Ze schrijft nieuws.
Hij schrijft boeken.
Tom schrijft langzaam.
Schrijven jullie graag?
De broer schrijft.
Thomas houdt van schrijven.
Tom schrijft kortverhalen.
Tom schrijft brieven.
Ze is nu een brief aan het schrijven.
Hoe spel je dat?
Hij schrijft een boek.
Hij schrijft een brief.
Hoe schrijf je "Eyjafjallajökull"?
Tom schrijft een brief.
Tom is een boek aan het schrijven.
Zij schrijft een boek.
Hoe schrijf je "pretty"?
Deze pen schrijft niet goed.
- Emily is een brief aan het schrijven.
- Emily schrijft een brief.
Is Jimmy een brief aan het schrijven?
Tim schrijft als een linkshandige.
Tom schrijft romans in zijn vrije tijd.
Ze vind het echt leuk om gedichten te schrijven.
Ze is nu een brief aan het schrijven.
Ze schrijft nu een boek.
Deze pen schrijft niet goed.
Mijn oom schrijft nooit brieven.
Vader is een brief aan het schrijven.
Tom schrijft beter dan ik.
„Van elkaar schrijven” schrijft men van elkaar.
Hij schrijft zelden naar zijn ouders.
Hoe spel je je naam?
Hij schrijft scripts voor tv-programma's.
Zij schrijft mooi en leesbaar.
De man schrijft geen brief.
Zij schrijft nu en dan naar haar zoon.
Hij schrijft zelden naar zijn vader.
Bob schrijft niet vaak naar zijn ouders.
Zijn moeder is een brief aan het schrijven.
Ze schrijft met de linkerhand.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Hij gaat een brief schrijven.
Hij schrijft een brief aan zijn moeder.
- Tom is Mary een brief aan het schrijven.
- Tom is een brief aan Mary aan het schrijven.
Hoe schrijf je Cleopatra in hiërogliefen?