Translation of "Außen" in Dutch

Irgendetwas von außen, was uns erfüllt,

iets van buitenaf wat ons vervult,

Sie stülpt ihre Eingeweide nach außen.

...duwt hij zijn ingewanden naar buiten...

Die Tür war von außen verschlossen.

De deur was van buitenaf gesloten.

Von außen und von oben her teilen wollen,

...van buiten en boven, hebben ons willen verdelen...

Alt von außen, doch im Herzen jung geblieben.

Oud van buiten, maar jong van hart.

Die dicken Mauern dämpfen den Lärm von außen.

De dikke muren dempen het geluid van buitenaf.

- Ich fühlte mich übergangen.
- Ich fühlte mich außen vor.

Ik voelde me buitengesloten.

- Maria fühlte sich ausgeschlossen.
- Maria fühlte sich außen vor.

Maria voelde zich buitengesloten.

- Außen hui, innen pfui.
- Es sieht viel besser aus, als es schmeckt.

Het smaakt niet zo goed als het eruitziet.

Dass wir die ganze Zeit das Gefühl haben, wir brauchen irgendetwas von außen,

dat we de hele tijd het gevoel hebben, iets van buitenaf nodig te hebben